Stemmingen

Uit WikiStrompf
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Monochord: Snaarinstrument met één snaar, waarop de oude Grieken hun toonladders ontwikkelden

Stemmingen heeft te maken met de manier waarop noten en de intervallen tussen noten, worden gedefineerd op muziekinstrumenten. Gek genoeg is er niet zoiets als een 'natuurlijke perfecte' stemming; Alle stemmingen vormen op hun eigen manier een compromis, en in de loop der eeuwen zijn er daarom verschillende stemmingen in omloop geweest.

De gedachtes en de wiskunde achter stemmingen, vind ik eindeloos fascinerend. Daarnaast zijn stemmingen een fundament van muziektheorie: Vaak als ik me iets afvraag rondom muziektheorie, en ik stel mezelf een paar keer de vraag waarom?, dan kom ik uit op zoiets als vanwege de stemming. Daarnaast: Veel van de aspecten rondom muziek die vreemd op mij overkomen (voorbeeld: Waarom lijken de zwarte toetsen op de piano van ondergeschikt belang te zijn tov. de witte toetsen?), zijn terug te voeren op de geschiedenis van stemmingne.

Wat is het probleem?

Op het moment dat je eindelijk op je onbewoonde eiland aan het pielen bent met een instrument zonder vaste stemming (bv. je zelfgemaakte monochord), dan heb je weinig met stemming te maken (maar ook dan kun je al complicaties krijgen, als je gaat zoeken naar problemen).

Het wordt pas lastig als de situatie op de volgende manieren ingewikkelder wordt:

  • Als je muziek wilt maken op instrumenten met een vaste stemming (dus instrumenten waarop alle noten vastliggen)
  • Als je gaat samenspelen met verschillende soorten instrumenten
  • Als je gaat samenspelen met verschillende instrumenten, die verschillende basistonen hebben (verschillende sleutels?)
  • Als je gaat samenspelen met instrumenten met en zonder vaste stemming
  • Als je muziekstukken in verschillende sleutels wilt spelen
  • Als je stukken gaat spelen, waarin harmonie en samenklank belangrijk zijn (bv. akkoorden).

Zo snel deze situaties zich voor gaan doen, merk je dat je moet gaan nadenken over toonhoogtes en de intervallen daartussen.

En als je het gewoon negeert? Geen probleem, maar dan kun je maar weinig samenspelen, want al heel snel klinkt het gewoon niet goed:

  • Octaven worden al lastig, als verschillende instrumenten verschillende basistonen hebben
  • Waarschijnlijk moet je mazzel hebben, als andere essentiële intervallen (denk aan kwinten en tertsen) goed samenklinken
  • Spelen van ingewikkeldere intervallen, of harmonische liflafjes zoals akkoorden, is waarschijnlijk uitgesloten.

Voorbeelden van stemmingen

Harmonische boventoonreeks

Totaan de komst van de 'wiskundig berekende', c.q., getempereerde stemmingen, waren stemmingen gebaseerd op boventoonreeksen.

De harmonische boventoonreeks (harmonic overtoon series) is de verzameling noten, waarvan de frequentie een hele veelfout is van de grondtoon. De klankkleur van een muziekinstrument wordt bepaald door de verhoudingen waarin de verschillende boventonen aanwezig zijn in het geluid van dat instrument.

Temperatuur

Met temperatuur, temperament of getempereerde stemming, worden stemmingen bedoeld waarbij de intervallen afwijken van de natuurlijke intervallen. In het bijzonder geldt dat voor elementaire intervallen zoals kwint en terts. Ik denk dat de term afkomstig is van het Engelse to temper with: Er wordt wat gerommeld aan de lengte van de natuurlijke intervallen.

Getempereerde stemmingen zijn - althans intellectueel - een groot verschil met stemmingen met natuurlijke intervallen (bv. Pythagoreïsche stemming of reine stemming), omdat ze op een andere manier tot stand zijn gekomen.

Vraagstukken & uitzoeken

  • Waarom kun je voor de gelijkzwevende stemming niet gewoon het interval in 12 delen? Waarom wordt de 12e wortel van 2 gebruikt? → Waarschijnlijk omdat het logaritmisch is. Hoe zit zo'n logaritmische schaal precies in elkaar? Waarom ziet logaritmisch papier er zo vreemd uit?

Zie ook

Bronnen