Octaaf-equivalentie

Uit WikiStrompf
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Het menselijk gehoor houdt van samenklanken van tonen die tot elkaar staan middels eenvoudige ratio's, zoals 2:3 (reine kwint, perfect fifth). Er is echter één ratio die het beste klinkt, en die zelfs de meest non-muzikale mensen kennen: De octaaf. Deze heeft een ratio van 1:2. Voorbeeld: De centrale C (=C4) op de piano heeft een frequentie van 261.626 Hz [1]. De volgende C, C5, heeft de dubbele frequentie, dus 523,252 Hz.

In de meeste muziekculturen, is het concept van een octaaf zo belangrijk, dat je octaaf-equivalentie hebt: Alles rondom schalen en akkoorden speelt zich af binnen één octaaf (waar die dan ook precies moge beginnen: Dat hoeft niet bij een C te zijn). Vervolgens kan dit getransponeerd worden naar een hogere of een lagere octaaf, en je hebt dezelfde muziek, met dezelfde ratio's tussen de tonen, maar alleen op een hogere of lagere toon.

Overigens, zo universeel is octaaf-equivalantie nu ook weer niet: Tot ca. 2 eeuwen geleden werd in het Westen een andere vorm van stemming gebruikt, waarbij er geen octaaf-equivalentie was.