Maaike Ouboter - 23 April

Uit WikiStrompf
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

C# - Capo: I - Onherstelbaar verbetered

* Couplet: C Am G G F |
           Csus4 F G  | 3x
* Refrein: F G C 
           F E7 Am G
           F G
           F G
           F G

Intro

Ze zat een rij of vier naar achter, 
dwaalde in gedachten, 
volgde niets van het verhaal 
over God of iets. 

Couplet 1 - 0:08

   C               Am              G
Ze deed er niet zo toe, ze was wat moe, 
        G             F                   Csus4       F   G
staarde naar de bank vooraan, hij was net opgestaan.

C Am G G                                      F
En hij streek met zijn lange vingers door z’n haar                           
Cus4 F G
en staarde warrig naar de grond. 

               C Am G G                              
Keek naar zijn bladmuziek,
Csus4 F G
hij zag haar niet en had haar tot die dag nog nooit gezien. 

Refrein 1

F             G   C
En zij praat veel te veel, en hij denkt te veel na. 
F E7   Am        G
Hij draagt altijd die zelfde wollen trui en zij te warrig haar. 
F                    G                                              
Hij is verliefd maar was van plan alleen te blijven. 
F                        G
En dat doet haar niet zo veel. 

Couplet 2

C            C    Am    G        F
Het is april, ze zitten samen op het randje van de Amstel, zwijgen stil.
   Csus4     F    G
Draaien rondjes met hun tenen in het water. 
C         C           Am       G
En ze wil hem zoveel vragen, maar ze geeft hem ook de tijd. 
          F     Csus4    F       G
Hij kijkt opzij en ziet haar mooie meisjeslach. 

Refrein 2

F          G         C
En zij praat veel te veel, en hij denkt te veel na. 
F E7    Am    G
Hij draagt altijd die zelfde wollen trui en zij te warrig haar. 
F                    G                                              
Hij is verliefd maar was van plan alleen te blijven. 
   F                          G                               
En daar trekt ze zich zo lekker niks van aan.

Couplet 3

C                 C             Am      G
En ze gaan staan. Zij met haar buik, hij draagt nog steeds die zelfde trui 
         F     Csus4            F   G
en zij geen mooie jurk, het hoeft ook niet, en haar ouders zijn erbij. 
C               C    Am     G
Hij kijkt opzij en lacht verlegen, maar ’s avonds na het eten 
          F Csus4   F                             G
danst ie rondjes in de kamer om haar heen. 

Refrein 3

F          G    C
En dan praat zij te veel en denkt hij te veel na. 
F         E7        Am     G
Draagt zij zijn wollen trui en hij dat warrig haar. 
F                  G                           
Ze zijn verliefd, hij was van plan alleen te blijven, 
F                              G                            
maar dat doet er eigenlijk niet meer zoveel toe, 
                  C
het doet er niet meer toe.

Solo

Refrein 4

F          G    C
En dan praat zij te veel en denkt hij te veel na. 
F         E7        Am     G
Draagt zij zijn wollen trui en hij dat warrig haar. 
F                  G                           
Ze zijn verliefd, hij was van plan alleen te blijven, 
F                              G                            
maar dat doet er eigenlijk niet meer zoveel toe, 
                  C
het doet er niet meer toe.
                  C
het doet er niet meer toe.

C# - Capo: I

Intro

Ze zat een rij of vier naar achter, 
dwaalde in gedachten, 
volgde niets van het verhaal 
over God of iets. 

Couplet 1

C                          Am            G
Ze deed er niet zo toe, ze was wat moe, 
                     F                Csus4    F     G
staarde naar de bank vooraan, hij was net opgestaan. 
   C            Am     G           F
En hij streek met zijn lange vingers door z’n haar                           
  C               F      G
en staarde warrig naar de grond. 
C                                                 
Keek naar zijn bladmuziek,
 C      Am       G       FCsus4 F                           G
hij zag haar niet en had haar tot die dag nog nooit gezien. 

Refrein 1

F             G   C
En zij praat veel te veel, en hij denkt te veel na. 
F E7   Am        G
Hij draagt altijd die zelfde wollen trui en zij te warrig haar. 
F                    G                                              
Hij is verliefd maar was van plan alleen te blijven. 
F                        G
En dat doet haar niet zo veel. 

Couplet 2

C            C    Am    G        F
Het is april, ze zitten samen op het randje van de Amstel, zwijgen stil.
   Csus4     F    G
Draaien rondjes met hun tenen in het water. 
C         C           Am       G
En ze wil hem zoveel vragen, maar ze geeft hem ook de tijd. 
          F     Csus4    F       G
Hij kijkt opzij en ziet haar mooie meisjeslach. 

Refrein 2

F          G         C
En zij praat veel te veel, en hij denkt te veel na. 
F E7    Am    G
Hij draagt altijd die zelfde wollen trui en zij te warrig haar. 
F                    G                                              
Hij is verliefd maar was van plan alleen te blijven. 
   F                          G                               
En daar trekt ze zich zo lekker niks van aan.

Couplet 3

C                 C             Am      G
En ze gaan staan. Zij met haar buik, hij draagt nog steeds die zelfde trui 
         F     Csus4            F   G
en zij geen mooie jurk, het hoeft ook niet, en haar ouders zijn erbij. 
C               C    Am     G
Hij kijkt opzij en lacht verlegen, maar ’s avonds na het eten 
          F Csus4   F                             G
danst ie rondjes in de kamer om haar heen. 

Refrein 3

F          G    C
En dan praat zij te veel en denkt hij te veel na. 
F         E7        Am     G
Draagt zij zijn wollen trui en hij dat warrig haar. 
F                  G                           
Ze zijn verliefd, hij was van plan alleen te blijven, 
F                              G                            
maar dat doet er eigenlijk niet meer zoveel toe, 
                  C
het doet er niet meer toe.

Solo

Refrein 4

F          G    C
En dan praat zij te veel en denkt hij te veel na. 
F         E7        Am     G
Draagt zij zijn wollen trui en hij dat warrig haar. 
F                  G                           
Ze zijn verliefd, hij was van plan alleen te blijven, 
F                              G                            
maar dat doet er eigenlijk niet meer zoveel toe, 
                  C
het doet er niet meer toe.
                  C
het doet er niet meer toe.

Notes

  • Capo: I
  • Key: C → C#

Resources